In plaats van behang of verf kan je ook de muren voorzien van een mooie laag stucwerk. Welke vorm van stucwerk past in je huis en op welke muur? We leggen hieronder de verschillende vormen van stukwerk uit.
Stucwerk wordt gebruikt om muren maar ook het plafond af te werken en kan zowel binnen als buiten toegepast worden. Glad stucwerk, of pleisterwerk, is zeer geschikt als basis om daarna de muur verder af te werken met verf. Pleisterwerk met een kleine hoeveelheid structuur wordt ‘behangklaar stucwerk genoemd’. Vermengd met speciale structuren zoals grof of fijn zand kan stucwerk ook als afwerkende laag dienen en desgewenst daarna geschilderd worden.
Allereerst zullen oneffen of muren met glooiingen door middel van ‘raapwerk’ recht en glad gemaakt moeten worden. De stukadoor brengt dikkere of dunnere porties stucwerk aan en bewerkt de muur dusdanig waardoor de muur haaks, glad en waterpas wordt. Vooral bij een wand die daarna betegeld wordt is strak raapwerk noodzakelijk om geen ‘golvende’ tegelwand te krijgen. Na het raapwerk kan een volgende stuclaag (al dan niet met structuur) of definitieve afwerking wordt aangebracht, bijvoorbeeld behang of verf.
Spachtelputz is een bekende afwerking van muren en plafonds. Deze vorm van stucwerk wordt ook wel sierpleister genoemd en is een zeer sterke afwerklaag waarin structuren kunnen worden aangebracht, variërend van heel fijn tot heel grof.
Zelf goed stucwerk aanbrengen, bijvoorbeeld spouwmuurisolatie, lijkt eenvoudig maar blijkt in de praktijk een lastige klus en is absoluut het werk voor een stukadoor.
Bron: Stuc-kampioen.nl