Stucwerk in de badkamer heeft vaak veel te verduren. Dat komt vooral omdat de omstandigheden zo sterk wisselen. Het ene moment ligt er iemand al anderhalf uur in bad te dampen waardoor de luchtvochtigheid 100 procent is en de temperatuur de dertig graden aantikt, het andere moment is een ventilator aan het loeien om al het vocht weer weg te krijgen en staan de ramen en deuren wagenwijd open waardoor de temperatuur rap zal dalen. Het stucwerk moet hier allemaal maar tegen kunnen. In bijvoorbeeld een slaapkamer zijn die omstandigheden veel meer stabiel.
Zelf stuken of laten stuken?
Het is in theorie mogelijk om zelf te stuken. Je zorgt voor een zak stukmateriaal, flink wat water, een emmer, iets om mee te roeren, iets om het stuk op de muur te krijgen en iets om de muur mee glad te strijken. Maar in de praktijk is het echter een heel ander verhaal.
Het stukmiddel moet op exact de juiste manier worden gemengd. Wanneer je dat niet doet, zal het stukmiddel te dik zijn, met tot gevolg dat je het nauwelijks uit kunt smeren en het in no time hard geworden is, of zal het juist te dun zijn, met als gevolg dat alles weg druipt. Bovendien is snelheid een heel belangrijk aspect bij het stuken. Je moet het stuk op de muur smeren en het begint meteen al te drogen. Na ongeveer een kwartier is het middel hard en doe je er niets meer aan. Dat betekent dat je heel snel moet werken en dus moet weten hoe het allemaal in zijn werk gaat.
Voor op bijvoorbeeld een slaapkamer kun je nog wel zelf stuken, maar in een badkamer vindt men het vaak belangrijk dat alles netjes is gedaan. Bovendien heb je vaak een speciaal voorstrijk middel nodig om te zorgen dat het stucwerk goed blijft houden en niet na een half jaar naar beneden komt zetten.